Hoe heurt het eigenlijk…
|Hoe heurt het eigenlijk…
Herken je dat. Ik bedoel, je wordt bij een deels onbekende melker uitgenodigd om is bij zijn duiven te komen kijken, dus je trekt een gezicht van oké, prima wanneer. Dit is me in het verleden vaak overkomen en soms viel het tegen, jammer..! Welnee, iedereen moet toch zelf weten hoe ze hun duivensport willen uitoefenen. En als ze me soms om mijn mening vroegen, dan lispelde ik meestal iets half onverstaanbaars als: Ja, leuk. Plus het is maar net wat de mogelijkheden zijn voor iemand qua werkzaamheden en ruimte zeg maar.
Maar ik kan me nog goed herinneren, dat ik voor de eerste keer op Belgische duivensportbodem was uitgenodigd. Dat was in West Vlaanderen, waar ik me eigenlijk meteen in een soort van walhalla voelde, want mijn gastheer bleek als geen ander instaat om zijn duiven aan te voelen, als ware hij een duivenfluisteraar was. Dus schikte ik me als zijn gast in het alsmaar blijven opnemen van zijn zeer langgerekte monologen. En zo heurt het ook, want ik zag in hem het prototype van een leermeester. Niet dat hij van zins was om zijn dialect te vernederlandsen, maar dat was ook helemaal niet nodig. Want ik hoefde feitelijk niet meer te doen, dan te kijken naar zijn wijze van a) hokkenbouw, b) omgang met de duiven en c) zijn enorme voorliefde om te blijven werken aan zijn ideale wedstrijdduif. De man was al meer dan 40 jaar heel actief aan het sleutelen en schaven om zijn ideale wedstrijdtype duif te selecteren. En gezien zijn nationale en internationale naam en faam, was hem dit meer dan goed gelukt.
Deze op en top liefhebber, heeft me leren inzien, dat je een soort van duivensportgevoel moet zien te ontwikkelen. En als ik hem hiernaar vroeg, dan begonnen zijn pupillen steeds wijder te staan van enthousiasme. Ja mooi, denk ik dan. Ik bedoel, de manier waarop hij bij wijze van spreken vele uren lang kon babbelen over zijn stamduiven, die hij dan ooit als kind ergens als eitjes had weten te scoren. En dat hij zijn hand er niet voor omdraaide als kind om vele uren te fietsen; alleen maar om zijn favoriete liefhebbers aan het werk te mogen zien.
Misschien is het leren aanvoelen van wat je zelf wil als duivenmelker, veel meer een zoektocht langs de diverse soorten en maten van zogeheten topmelkers. Net zolang tot dat je het gevoel hebt: van die neem ik zus over en van die ander weer dat..! Kortom, je moet het idee hebben dat je op een zeker moment de cirkel rond hebt. En daarna kun je nog rustig de tijd nemen om zo zoetjes aan je eigen ervaringen een voor een hiervoor in de plaats te zetten.
Trouwens, wat me tijdens mijn zoektocht langs de diverse hokken, misschien nog wel het meeste opviel was het aanwezig zijn van een zekere sfeer. Bij de een kon je achteraf spreken van een bijna militaire kazernesfeer, waar alles tot in de puntjes was geregeld. Terwijl, je bij de ander stuitte op een wel bijna Bourgondische sfeer, waar de gastvrijheid veruit de boventoon voerde. En ja, topspelers vind je in alle geuren en maten, zoals die ene keer dat ik wederom aan huis kwam bij een Belgische ZLU matador, die me eerst voordat we naar de hokken gingen, zowat alle regels van de hedendaagse stamboom vervalsingen heeft voorgeschoteld. En gek genoeg, is hij degene geweest die me een soort van stambomen allergie heeft bezorgd. Tjonge, jonge wat een schoolmeester van het zuiverste water was die man. Het is zelfs zo, dat ik tot op de dag van vandaag een gevoel van maagpijn krijg, als ik hier nog aan terugdenk.
Rob van Hove