Theo Streefkerk is een heel bekende naam onder de mannen van het zware labeur. Iedereen heeft zijn naam wel eens in de buurt van een goede overnachtingduif zien staan. Bijna elke stamboom waar hij in voorkomt, is van een nationaal karakter of allure. In het verleden zijn meerdere reportages over dit superhok gemaakt, maar één daarvan wil ik hier in de herinnering terughalen. Dit is de reportage geweest van de hand van één der beste duivensportjournalisten: Piet Grasmaijer. De kenners onder de lezers weten dat hij een zeer goede duivenspeler is geweest, maar ook een zeer begenadigt kronieker. Hij is het geweest die Theo heel goed over het voetlicht heeft gebracht in het (aloude en geliefde) NP Orgaan van de fam. Van der Zeeuw. Ondergetekende heeft zijn best gedaan om enigszins in de voetsporen te treden van de heer P. Grasmaijer.

De duivenmannen Theo Streefkerk met zijn zoon hebben niet stilgezeten. Na de jaren van ongekende hoge prijspercentages (meer dan 60%..!) heeft hij deze lijn ongeveer weten door te trekken. Nadat hij als 36-jarige door Piet in het zonnetje is gezet. We zijn nu ongeveer 16 jaar later en Theo is eigenlijk in al die jaren niet weggeweest van het nationale podium. Wat is het geheim van deze rijke kampioen? Antwoord: dat hij geen geheimen erop nahoudt en zelfs niet eens gefortuneerd is. Hij vertelt aan een ieder die het wil weten of zo nu en dan bij hem op de hokken wil komen wat hem nu zo goed maakt. Het mooie hiervan is dat hij dit nooit doet met zijn neus in de wind. Nee, hij is wars van iedere vorm van grootspraak en veel praterij over zijn eigen prestaties.

Ik ken hem van dichtbij en zodra ik een telefoontje krijg met zijn stem aan de andere kant van de lijn dan is het altijd een klein moment stil. Alsof hij je niet wil storen. Dat typeert de man met snor die al heel wat prestaties heeft geleverd in de duivensport, als speler en kweker, als bestuurder of als de man die achter enkele opgeloste duivendiefstallen. Het doet hem deugd als ik hier schrijf dat hij de duivensport mee heeft geholpen om op het hoge niveau te komen, alwaar het nu staat. In dit verband mag ik dan ook niet zijn maatje Henk Verheij vergeten, zijn kweekmaatje, die ook prima presteert op hetzelfde zware werk als Theo.

Historie en rassen

Soms moet je geluk hebben. En als Theo als jonge vader van 2 schatten van kinderen de telefoon opneemt en dan te horen krijgt, dat hij maar is met een mandje moet langskomen. Om enkele jonge duiven op te komen halen, bij een van de allerbeste (maar niet bekendste..) grote fondspelers uit de oude doos. Theo, is namelijk in 1985 “overvallen” door een geluksperiode, want de man die hem belde was Hay Philipsen te Oirlo. Deze grote fondspeler kende werkelijk geen maat op succesvolle duiven kweken en winnen van de mooiste prijzen. Theo, was enkele jaren voor het bijna beroemde telefoontje al bij Hay op de hokken wezen kijken. Eigenlijk ingegeven door zijn vrouw, die zij tijdens een van hun binnenlandse vakantietrips, dat hij maar is even zijn geluk moest gaan beproeven bij die melker daar in dat pittoreske dorpje; waar het zo rustig toeven, is alsof het elke dag zondag is. De wit gepleisterde huizen en prachtige loonwerkers huisjes of keuterboerderijtjes, waren voor Theo en zijn vrouw een oase van rust en –naar later bleek – een nieuwe bron van een jarenlange duivensucces en geluk. Want het was in die tijd dat hij de overstap heeft gemaakt van het korte naar het lange en zware labeur.

Als je Theo vraagt naar de bron van zijn succes, dan zal hij altijd heel oprecht en eerlijk verwijzen naar dat ene en misschien wel illustere telefoontje…”Kom maar is met een mandje..!”  En zo is het gekomen en zo is het gegaan.

Kijk, Theo is er de man niet naar om te blijven teren op de verleden tijd. Hij koestert uiteraard de naam van zijn geluksmelker, Hay Philipsen. Maar hij weet als duivenpikeur dat je altijd en immer goed uit je beide ogen moet blijven kijken; speurend naar nieuw en jong talend. Dus kosten noch moeite worden gespaard. Ieder najaar trekt hij er met zijn duivenmaatje Henk Verheij erop uit om de goudklompjes ertussen uit te vissen. Bij beroemde en soms ook bij de onbekende maar wel betere melkers.

Ik noem enkele bekende namen, waar hij zijn eigen kweekgoud heeft aangevuld:

  • Jellema’s (vader en zoon)
  • Steketee
  • Saya; de gebroeders
  • Kuijpers, de gebroeders
  • Jaap de Haan

Het (in)kruisen en veredelen van duiven die het zware van de duivensport aankunnen is een ware passie van hem geworden. En wie zijn eigen stammetje wil opkrikken of in de breedte wil versterken, die is bij deze zeer ervaren en kundige melker annex goud kweker aan het goede adres. Met raad en daad zal hij je terzijde willen staan.

Trots

Dat hij al vanaf 1975 serieus behept is met de duivenbacil, daar kan hij niks aan doen, want het waren zijn broers die hem deden sidderen als ze zelf op een zaterdag moesten werken. Want dan zette dit broekie alles op alles om zijn broers te verassen. Dit typeert onze super kampioen van de grote fond. Hij doet iets niet om dat het moet maar omdat hij vindt dat het iets toevoegt aan zijn gezinsleven en eigen ontspanning. Ja, hij is een op en top gezinsman gebleven. Hij was het toen Piet aan zijn voordeur stond, om de woorden van deze specialist op te tekenen. Nu, zoveel jaar later, is hij nog steeds en op en top vader en inmiddels zelfs ook grootvader van een kleindochter. Kortom, de kracht van Theo is het bij elkaar brengen van een stuk verantwoordelijkheid jegens zijn kinderen, vrouw en mede duivensportgenoten. Hij is niet alleen een jager op nieuw bloed om zijn eigen oude rassen te moderniseren. Hij is ook een aanjager van allerlei zaken die de duivensport beter en professioneler moeten maken. Zo is hij een erkend testhok geweest voor de beroemde Willem Mulder (Matador en schrijver van het boek over voeding, die eigenlijk door iedere moderne liefhebber gespeld zou moeten worden..). Wanneer hij ergens zijn tanden in heeft gezet dan is het moeilijk loslaten voor hem. Hij kan maar niet begrijpen dat onze duivensport heel anders in elkaar steekt dan hijzelf. Hij gaat altijd voor de volle winst; niet in geld uitgedrukt voor zichzelf. Hij wil anderen heel graag laten proeven wat het is om iets tot een succes te maken. Hij weet om de een of andere manier heel goed wat te moeten doen om een duivenveiling, een duivendiefstal, fraudezaak enzovoort tot een eclatant succes te maken voor zijn duivenvrienden en publieke figuren, zoals de leden van het hoogste bestuursorgaan: de NPO.

Nogmaals, ik vind dat Theo niet de waardering heeft gekregen in het verleden alwaar hij mijn inzien volledig recht op heeft. Nee, hijzelf zal nooit om erkenning vragen want hier is hij veel te bescheiden voor en wuift hij zijn aandeel in een hoop zaken al snel weer weg. Dus van hem hoeft het niet dat ik hier de loftrompet luid over hem. Het is misschien ook een beetje niet Nederlands om je duivenvriend in het zonnetje te zetten.

Om de werkelijkheid eer aan te doen zal ik de rol van criticaster ten aanzien van Theo op me nemen, wie zonder zonde is werpen de eerste steen. Om maar even met de deur in huis te vallen. Want ook mijn duivenvriend Theo is wel eens geconfronteerd  met een soort van controle tijdens de thuiskomst van zijn gevleugelde vrienden. Dat hij zo hard pakte op van die verre vluchten was menig liefhebber toch niet zo welgevallig. De controleur(s) kon geen spoor van verkeerd gedrag en handelingen constateren. Nee, logisch: want Theo is een in hart en nieren een politieman. Die houdt niet van gemarchandeer.

Het enige “smetje” zou misschien kunnen zijn dat hij kost wat het kost blijft vasthouden aan zijn zondagsrust principe. Dat heeft hem al menig topnotering en nationale overwinning gekost. Dit voor de geschiedenisboeken want hij heeft zich nu eenmaal hierin berust. Hij maakt wel een aantekening voor de kopers van zijn jonge duiven. Dan neemt hij het ad hoc op in zijn stamboom en kweekgegevens.
Hij zal je niet graag teleurstellen voor raad en keuringen, maar zorg wel dat je op tijd contact met hem opneemt.  In overleg met Theo is er heel veel mogelijk. Dus, neem gerust contact op. Ook voor informatie over zijn kweekduiven en visie op de duivensport. Want ergens heel erg diep in zijn hart is hij heel trots op zichzelf met wat hij in de afgelopen jaren heeft gepresteerd met het behalen van topprijzen ook in het kweken van nieuw toptalent, dat op andere hokken tot zeer goede (nationale) prestaties hebben geleid. Niet wekelijks, maar tijdens het actieve seizoen ontvangt hij met een zekere regelmaat berichtjes van liefhebbers die of gehoord hebben van zijn eigen topprestaties, of van die bij anderen. Ik moet hem dan op het idee brengen om zijn referentie- overzicht te actualiseren want uit zichzelf doet hij dit niet. Gewoon te bescheiden, maar dat heeft Piet Grasmaijer al meer dan zestien jaar geleden ontdekt: een topspeler die zich veel te bescheiden op de achtergrond stilhoudt en het promotiewerk aan anderen wil overlaten. Bij deze dus.

Bewijsmateriaal van een specialist in nachtvliegen..!

Hierboven heb ik de loftrompet laten schallen over zijn persoon en sportgenoot. Ik heb u en jou als lezer een beeld willen geven over de meerwaarde die hij altijd geheel vrijwillig levert aan de duivensport. Ik heb niet al zijn functies en activiteiten vermeld want dan zou het veel te veel gaan lijken op een hagiografie, en dat wil hij maar ook ik niet. Uiteindelijk is niemand gebaat bij het opfrissen van vergane gloriejaren. In het geval van Theo Streefkerk is het geen vergane glorie. Hij bewijst jaar na jaar uit het goede grote fondhout te zijn gesneden.

 

Grossier van nationale overwinnaars & teletekst duiven!

  • 1ste afd. Zeeland, Cahors, ochtendlossing
  • 1e nationaal: sector 2 Bergerac
  • 1e nationaal: sector 2 Bordeaux
  • 6e nationaal: Mont de Marsan
  • 4ste nationaal: sector 2 Mont de Marsan
  • 1ste nationaal: sector 2 Bordeaux
  • 1ste nationaal: sector 2 Dax
  • 1ste provinciaal Bordeaux (oud Belgisch nationaal kampioen, grote fond: F. Struijff)
  • 1ste nationaal Cahors: sector 2
  • 1ste nationaal Cahors: sector 2
  • 1ste nationaal Bergerac: sector 2
  • 4e nationaal: sector 2 St. Vincent  + autowinnaar & 2e ASduif nat. Klassiekers (2002):
  • Winnaar Luxemburg cup
  • 1ste nationaal Montauban, afd. 5

Sla zijn website er maar op na en je kunt uitgebreid zoeken en vinden, want hij heeft geheimen: voor niks en niemand. Alles draait om het kweken en spelen van goed duiven, die hij ervan verdenkt tijdens de nachtelijke uurtjes nog heel lang door te vliegen, want of hij krijgt zijn duiven ’s nachts thuis. Of ze zitten bij dag en dauw al op het puntje van de schuur. Dat is het avond of vroege ochtendlicht schijnsel, dat Theo zo prachtig mooi vindt om zijn soms oude knarren naar binnen te begeleiden. Zo speelt hij al vanaf de jaren negentig in kampioenenstijl met ongekend hoge percentages aan topprijzen. Ik vermoed dat het zijn niet aflatende drang is om duiven ’s nachts te laten doorvliegen. Niet dat hij op dit onderdeel iets anders doet dan zijn concurrenten. Hij heeft blijkbaar al heel snel (vanaf de jaren negentig..!) ingezien, dat van die nachtvliegers veel verwacht zou mogen worden in de toekomst. Zijn vooruitziende gave of kennersblik heeft hem in het gelijk gesteld. Inderdaad, nachtvliegen begint zo nu en dan stevig een stukje mee te spelen in het moderne grote fondspel. Wie had dit ooit gedacht: dat duiven met flauwe ogen juist van die excellente nachtvliegers zouden zijn. De duivenoog theoretici zullen het absoluut niet met ondergetekende eens zijn maar ik ben er van overtuigd dat een duif met een flauw oog veel gemakkelijker de lichtstralen kan opvangen dan duiven met een zeer sterk oog: volop met kleurpigment gevuld, meer kan ik er hier niet over zeggen. Theo is de praktijkman en die bewijst jaar over jaar dat hij zijn duiven met flauwe ogen zo weet te motiveren dat ze gewoon heerlijk doorvleugelen als de zon al onder is gegaan. Al die criticasters van dieronvriendelijk en dergelijke, die weten niet altijd even goed waar het omgaat. Het ’s nachts doorvliegen is voor een duif eigenlijk een heel natuurlijk iets. Tijdens de wereldoorlogen is van deze bijzondere eigenschap veelvuldig en succesvol gebruik gemaakt. Als de weersomstandigheden het   toelaten: een mooie volle maan of heldere hemel met een beetje meer wind op de staart. Dan is er geen enkel vuiltje aan de lucht. Laten we niet vergeten dat onze duiven prima kijkers zijn en veel beter instaat zijn om in het donker (en zelfs dichte mist..) te kunnen zien waar ze voor moeten uitwijken. Ik heb met eigen oren gehoord hoe mijn dagfond duiven met zeer hoge snelheden door de lucht vlogen; terwijl ik met mijn ogen ze niet kon waarnemen van de dichte mist. Ofwel: laten de critici niet te snel oordelen dat nachtvliegen dieronvriendelijk zou zijn. Plus… niemand kan een duif dwingen niet de rust te nemen waarvan de critici vinden dat ze daar recht op hebben. Met andere woorden: laten we geen ruzie maken met overnachtingspelers want die weten gemiddeld heel erg goed wat ze willen of niet. Ze willen geen duiven die zich met nachtvliegen onopzettelijk verwonden. Zelf denk ik dat de elektriciteitskabels en half hoge draadhekjes in onze weilanden meer schade aanrichten dan een nachtvlieger die over zijn eigen hok struikelt.

Nawoord

Ik heb een verslag gemaakt van een zeer grote speler die al vanaf de jaren negentig een ongekend hoog prijspercentage speelt (> 60 %). Ik heb getracht deze liefhebber in een kader te zetten die hem tot zijn recht doet komen, want ik ken de mens Theo Streefkerk van zeer nabij. Ik kan en mag niet onvermeld laten dat hij mijn inziens zwaar wordt ondergewaardeerd voor zijn prestaties op het gebied van met name duivensport voor zijn vele uren vrijwilligerswerk in de duivensport en het zijn van een beëdigd keurmeester.

Dat hij naast zijn nevenfuncties ook een zeer getalenteerde duivenkweker en speler is dat bewijzen zijn jarenlange lijst met topprestaties en actuele referentielijst.
Let op! De duiven en nazaten van Theo Streefkerk, Ameide zijn voor zover we weten 8 keer uitgeroepen tot nationale winnaars. Ik heb het idee dat hij met dit ongekend hoge aantal ongeëvenaard is in de grote fond. Met andere woorden: niemand in Nederland heeft meer duiven gekweekt die een 1ste nationaal hebben gevlogen…!

Rob van Hove, Nieuw Scheemda (zomer 2012)